Frederik van Eeden Erfenis

Frederik van Eeden Erfenis

1. Frederik van Eeden-Genootschap

Op 26 mei 1934 werd het Frederik van Eeden-Genootschap opgericht met een tweeledig doel: zowel het bestuderen van het werk van Van Eeden en het opzetten van een archief als het oprichten van een gedenkteken. Er waren toen tachtig leden en vijf donateurs, driekwart eeuw later is het aantal leden bijna vervijfvoudigd.

Het huidige bestuur zet zich in voor de verspreiding van het gedachtegoed van Van Eeden, de (hernieuwde) bestudering van zijn werken en publicaties daarover. Het organiseert eenmaal per jaar een algemene ledenvergadering. Die heeft altijd plaats op een vrijdagmiddag rond de geboortedag van Van Eeden op 3 april. Verder organiseert het regelmatig in het najaar of in de winter een bijeenkomst, waarbij bepaalde aspecten van het leven of het literaire werk van Van Eeden worden belicht in een bijzondere ambiance en met uitgelezen gasten.

Mededelingen van het Frederik van Eeden-Genootschap

Bij de oprichting in 1934 overwoog het genootschap een periodiek uit te geven. Dat werden de Mededelingen, waarvan het 34 pagina’s tellende eerste nummer in februari 1935 verscheen. Naast lezingen en beschouwingen over Van Eeden en zijn werk waren verslagen opgenomen met betrekking tot de financiën en de activiteiten, enkele statutaire gegevens, bestuursberichten en een ledenlijst. De Mededelingen bestaan nu nog, in de vorm van een jaarboek, waarbij de oorspronkelijke opzet door de jaren heen grotendeels is gehandhaafd.

De inhoud strekt zich uit van muziek, toneel, poëzie, letterkunde, filosofie en psychologie tot het brede gebied van maatschappelijke verhoudingen, sociale ondernemingen, intermenselijke relaties en gender-problematiek. Het jaarboek van 2010 is een jubileumnummer waarin Van Eeden onder meer wordt belicht als Tachtiger, schrijver, psychiater, droomdeskundige, wereldverbeteraar, politicus, mentor, als jonge en als oude man, als minnaar en als vader.

Om de literaire werken en het gedachtegoed van Frederik van Eeden in ruime kring onder de aandacht te brengen onderhoudt het genootschap ook een website.

2. Monumenten en gedenkplaatsen

Beelden van de kleine Johannes

Frederik van Eeden werd geboren in een huis op nummer 23 van de Kleine Houtweg in Haarlem. Dat geboortehuis werd in 1910 afgebroken. Tegenover het huis op nummer 10 in het Frederikspark, een ander huis in Haarlem waar de familie Van Eeden heeft gewoond, staat een beeldje van Mari Andriessen: een voorstelling van de kleine Johannes, Windekind en het hondje Presto. Het werd op 2 juni 1966 onthuld door Hans van Eeden, de oudste zoon van de schrijver.

Ook Margot Hudig maakte een beeld van de kleine Johannes. Dit kalkstenen beeldje uit 1950 werd als gedenkteken onthuld in de Kom van Biegel in Bussum, tegenover de plek waar Dennekamp stond, de villa waarin Van Eeden vanaf 1893 enige tijd woonde. Nadat het in 1970 van de sokkel was gewaaid en voor de zoveelste keer ernstig beschadigd, werd het door de beeldhouwster gerestaureerd en kreeg het een plaats in de ontmoetingsruimte van het raadhuis van Bussum.

Al dertig jaar reikt de gemeente Bussum op de nieuwjaarsreceptie ‘De Kleine Johannes’ uit, een verkleinde replica van het beeldje. Het is een symbool van erkentelijkheid voor verdienstelijke burgers die zich vrijwillig en belangeloos inzetten in alle sectoren van de gemeenschap, van kerkenwerk en jeugd- en ouderenzorg tot buurtwerk, sport en muziek.

Walden

In de eind jaren negentig van de negentiende eeuw nog uitgestrekte vlakte van het Gooi stichtte Van Eeden de kolonie Walden (1898-1907), zo genoemd naar het boek Walden, or Life in the Woods (1854) van Henry David Thoreau. Over Walden schreef Aukje de Graaf de gids 100 jaar Walden. Het eerste deel daarvan is overgenomen op de website van de Vereniging Vrienden van het Spiegel. Op de website over Frederik van Eeden van Francine Herrebaut is ook veel informatie over Walden te vinden.

Voor Hollands Diep schreef Joris van Casteren in 2009 een reportage over een zoektocht in Bussum naar de laatste restanten van Walden. Over die zoektocht staat ook een bijdrage op de website Spirituele vrienden. De schrijvershut van Van Eeden blijkt nog in de staat van een eeuw geleden te zijn bewaard: ‘Overal hangen lijsten met oude krantenberichten en foto’s van Van Eeden en ook de kleine uitbouw is er nog, met de schrijftafel waar Frederik vaak heeft zitten schrijven, onder meer aan “De Koele Meeren des Doods’. Zijn dagboeknotities staan vol met verwijzingen naar zijn verblijf in deze hut, zelfs ‘s nachts.’

3. Bibliotheken en musea

Bibliotheek Bijzondere Collecties, Amsterdam

Na het overlijden van Frederik van Eeden werd zijn archief door de erven tijdelijk in bruikleen gegeven aan de Letterkundige Afdeling van het Haags Gemeentearchief, waaruit later het Letterkundig Museum zou voortkomen. Bij de oprichting van het Frederik van Eeden-Genootschap in 1934 kreeg dat de collectie in bruikleen. In 1954 schonken de erven de collectie, inmiddels aangevuld met schenkingen van buiten de familie, aan het genootschap. Dat gaf de collectie op zijn beurt in bruikleen aan de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam, waar een Frederik van Eeden-zaal werd ingericht. Sinds april 2007 berust de collectie in de Bibliotheek Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam aan de Oude Turfmarkt 129.

De collectie bevat uiteraard het materiaal van de schrijver zelf: manuscripten van zijn literaire werk, dagboeken, verslagen van zijn dromen, schetsboeken met tekeningen, foto’s, door hem verstuurde brieven en persoonlijke voorwerpen als de rozenkrans die zijn overgang naar het katholicisme aan het eind van zijn leven markeert. Verder is er een grote hoeveelheid brieven die hij ontving van correspondenten als Sigmund Freud, Walther Rathenau, Rainer Maria Rilke, Upton Sinclair en Rabindranath Tagore. Ook voor de kennis over de vele personen met wie hij in contact stond en over hun tijd en cultuur is de collectie een belangrijke bron.

Zij bestrijkt alle terreinen waarop Van Eeden actief geweest is en biedt op elk daarvan overvloedig bronnen- en documentatiemateriaal. Van de maatschappelijke initiatieven die hij lanceerde of ondersteunde, is in het bijzonder Walden goed gedocumenteerd. Ook is materiaal aanwezig van en met betrekking tot zijn vader, de botanicus Frederik Willem van Eeden sr. Verder zijn twee deelcollecties opgenomen: het studiemateriaal van Van Eeden-kenner Karel van de Put en de collectie van Frederik Emons, secretaris van Van Eeden en administrator van Walden.

Van Eedens zoon Hans en H.W. van Tricht maakten een begin met de ordening en ontsluiting van de collectie. Die is in de jaren 1998-2000 vrijwel geheel geconserveerd en op microfilm gezet in het kader van het landelijke conserveringsproject Metamorfoze. Overeenkomstig de bepalingen van dit project worden originele stukken sindsdien in principe niet meer ter inzage gegeven. Wel kan men op deze stukken raadplegen op microfilm in de onderzoekszaal van de Bijzondere Collecties. Een selectie uit de collectie is afgebeeld en wordt toegelicht op Geheugen van Nederland, het nationale programma voor de digitalisering van het Nederlands cultureel erfgoed.

Letterkundig Museum, Den Haag

In de collectie van het Letterkundig Museum worden brieven bewaard van Frederik van Eeden aan onder meer Willem Moll, Victor van Vriesland, Frans Mijnssen, Nescio en Henri Borel. De correspondentie met laatstgenoemde omspant zelfs ruim dertig jaar. De handschriften van De kleine Johannes en Van de koele meren des doods zijn in bezit van de Universiteit van Amsterdam, maar het Letterkundig Museum beheert wel de handschriften van enkele kleinere werken en fragmenten die inzicht geven in Van Eedens werk als vertaler. Zo vertaalde hij meerdere werken van de Indiase schrijver Rabindranath Tagore. Tevens bezit het museum een olieverfportret van de schrijver dat in 1919 door Lizzy Ansingh werd vervaardigd. Het is te bezichtigen in de Nationale Schrijversgalerij.

Zie voor een overzicht van alle documenten van Frederik van Eeden in het Letterkundig Museum de Catalogus.

4. Toeristische routes

Wandel- en fietsroute Walden

In de al genoemde gids 100 jaar Walden van Aukje de Graaf zijn een wandel- en een fietsroute (van beide anderhalf tot twee uur) door het Bussum van Frederik van Eeden opgenomen. Het startpunt is het beeldje van de Kleine Johannes van Margot Hudig in de ontmoetingsruimte van het raadhuis. De wandeling die onder meer voert langs de villa De Lelie aan de Nieuwe ’s-Gravelandseweg waar Van Eeden in februari 1899 met zijn gezin ging wonen, en langs zijn schrijvershut, is - met foto’s - te vinden op de website van de Vereniging Vrienden van het Spiegel.

Wandeling door Haarlem

Op de website over Frederik van Eeden van Francine Herrebaut wordt een wandeling door Haarlem beschreven die op 17 april 2010 werd georganiseerd, ter gelegenheid van zijn 150ste geboortedag. Die voert langs de plekken die iets hebben betekend in het leven van de schrijver en onder meer ook langs het beeldje van Mari Andriessen van de Kleine Johannes. Via de kaartjes die bij de wandeling zijn opgenomen, is die makkelijk zelfstandig na te lopen.

De organisator van die wandeling, stadgids Paul van der Pol, noemt Van Eeden ‘een echte Haarlemmer,’ ook al heeft hij alleen zijn jeugd in Haarlem doorgebracht. Hij maakt regelmatig stadswandelingen langs de plekken die van betekenis voor de schrijver zijn geweest, waarbij ook wordt voorgelezen uit zijn werk. Die wandelingen starten bij La Place (Dreefzicht) en duren ongeveer anderhalf uur. Aanmelden kan op telefoonnummer 06 – 16 41 08 03.

Wandelen door het Gooi

In de literaire reisgids Het beste mijner paradijzen. Het Gooi van Frederik van Eeden en Lodewijk van Deyssel (door Ronny Boogaart en Eric de Rooij, 2011) staan verschillende wandel- en fietstochten die voeren langs plaatsen die een rol speelden in het leven van Van Deyssel en Van Eeden.

Op de website van Uitgeverij Bas Lubberhuizen is het volgende te lezen:

'De wandel- en fietstochten in deze literaire reisgids voeren langs de laatste resten van Van Eedens utopie, de kolonie Walden, en in Hilversum langs locaties uit de jeugd van Van Deyssel. (...) Het beste mijner paradijzen biedt aan de hand van dagboeken, brieven, romanfragmenten en poëzie een (hernieuwde) kennismaking met de rijke Nederlandse literatuur aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. '

5. Websites