Nicolaas Beets de erfenis

Nicolaas Beets de erfenis

1. Huizen en gedenkplaatsen

Geboortehuis Koningstraat 12, Haarlem

In Het dagboek van de student Nicolaas Beets, 1833-1836 is een tekening van het geboortehuis door Attie Dyserinck naar Johs. Dyserinck opgenomen (Johs. Dyserinck, Dr. Nicolaas Beets, 1903. Collectie Peter van Zonneveld).

Nicolaas Beets werd geboren in een huis aan de Koningstraat 12 in Haarlem, waar zijn vader apotheker was. In 1948 werd een plaquette ter herinnering aan zijn geboorte onthuld.

Een door Ad van der Velde beschreven historisch culturele stadswandeling door Haarlem voert langs het geboortehuis. Een twee jaar jonger buurmeisje van Beets, Margaretha Sara Weeveringh, dochter van een naast de apotheek gevestigde peperkoekenbakker, zou later de grootmoeder worden van de schrijfster Ina Boudier-Bakker.

Beetsenhuis Boothstraat 6, Utrecht

In Utrecht woonde Nicolaas Beets van 1854 tot 1903 in de Boothstraat op nummer 6 (vlak bij het Janskerkhof). De site van de Open Monumentendag Utrecht geeft deze beschrijving van het huis:

‘Openbaar gebouw. Het is samengesteld uit 14de- tot en met 17de-eeuwse bouwdelen. Van oorsprong was het een claustraal huis van St. Jan, door de aanleg van de Boothstraat in 1658 is de rechterzijgevel voorgevel geworden. Inwendig is onder meer een 17de-eeuws trappenhuis aanwezig en een waterput in de kelder. In 1658 kocht arts en burgemeester Cornelis Booth het pand. Dichter, schrijver, predikant en hoogleraar Nicolaas Beets bewoonde het huis van 1854 tot 1903.’

In Boothstraat 6: de geschiedenis van een claustraal huis van St. Jan door J.M.C. van Schaik, persfunctionaris van de afdeling Public Relations, Voorlichting en Documentatie van de Rijksuniversiteit Utrecht, waarvan de tweede druk uit 1979 integraal op internet staat, is in het hoofdstuk over Beets onder meer het volgende te lezen:

‘Beets’ slaapkamer was op de eerste verdieping. ’s Morgens was hij het eerst beneden, ‘gelaarsd en gespoord’ zoals hij dat noemde, want hij hield er niet van om in negligé rond te lopen. Hij rookte niet en dronk een matig glas wijn aan tafel. Hij was erg precies: om 4 uur ’s middags dronk hij thee en als het meisje ook maar iets te laat thee bracht keek Beets haar ernstig aan en sprak: "Ik ben mij niet bewust een man te zijn die op dit uur nog thee drinkt".'

Het studeervertrek van Beets was niet groot, rustig en aan de tuin gelegen. Het is het vertrek dat thans als perscentrum gebruikt wordt. Deze kamer kon nooit behangen worden omdat Beets geen dag zonder studeerkamer kon! Tegen de muren stonden open boekenkasten met groene gordijnen. Zijn dochters mochten, als hij werkte, in de vensterbanken zitten en drukproeven corrigeren. Ze kregen een dubbeltje voor elke fout die ze vonden. Beets was een conservatief man: hoewel hij in 1873 een gedicht schreef getiteld: “Voor de Utrechtsche Waterleiding” werd het huis pas in 1912 op de waterleiding aangesloten. Beets overleed in het huis Boothstraat 6 op 13 maart 1903.’

Aan de gevel van het huis is een gedenksteen bevestigd met de tekst ‘NICOLAAS BEETS woonde hier van 4 Augustus 1854 tot 13 Maart 1903’.

Hoe was het om op te groeien in dat grote en deftige huis? Het boekje 'Jeugd in het Beetsenhuis' van Ada Geertruide Beets (1871-1955), de jongste dochter van Beets (hij was 56 toen zij werd geboren), geeft daarop een antwoord. Zij heeft haar herinneringen genoteerd aan de familiegewoonten en de hoogtijdagen in het deftige huis, aan de uitstapjes en het schoolgaan en ook aan de relatie met haar vader. Die tonen een wat ander beeld van de persoon Beets dan het gebruikelijke.

In aflevering 120 van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde noteert Olf Praamstra in een recensie van het boek dat de herinneringen van Ada bijna uitsluitend draaien om haar beroemde vader, op één uitzondering na: het verhaal van een liefde die door hem werd gedwarsboomd. Toen zij weigerde haar geliefde op te geven, kreeg zij zes jaar lang huisarrest. Later werd ze opnieuw verliefd en trouwde met een predikant die wel aan de eisen van haar vader voldeed. Praamstra haalt Peter van Zonneveld aan die in de inleiding de reden van het tirannieke gedrag van Beets onthult. Overtuigd van de erfelijkheid van drankzucht, bleef hij bij zijn weigering omdat hij wist dat de vader van de jongen alcoholist was.

Hildebrandmonument Haarlemmerhout, Haarlem

Het Hildebrandmonument in de Haarlemmerhout is een achthoekige fontein met op elk van de hoeken een figuur uit Camera Obscura. Het werd in 1962 door een achterkleindochter van de schrijver onthuld, bijna een halve eeuw nadat de Haarlemse beeldhouwer Jan Bronner een ontwerpwedstrijd had gewonnen die door de gemeente Haarlem was uitgeschreven bij de honderdste geboortedag van Beets. Een beschrijving van het monument, met ook foto’s van de afzonderlijke beelden, is te vinden op de website Mens & Dier in Steen & Brons van Peter en René van der Krogt. In Literaire wandelgids van Haarlem van Wim Vogel is in de zevende van de dertien wandelingen een bezoek aan het monument opgenomen.

Tussen het bekronen van het ontwerp en het onthullen van het monument liggen tientallen jaren. Over de controverses rond het monument maakte Mathijs Deen een reportage met Nop Maas, auteur van het boek Een kroniek van het Hildebrand-monument in de Haarlemmerhout. (OVT, 10 november 2002). Op de website van OVT is die reportage nog te beluisteren.

Bij restauratiewerk aan het monument in 1986 werden de beelden, die waren vervaardigd van kwetsbare kalksteen, vervangen door kopieën van een weervastere steensoort. De originele, eveneens gerestaureerde, beelden bevinden zich sinds 1990 in de tuin van Kasteel Het Nijenhuis in Heino. In 2008 werden enkele van de beelden door vandalen in brand gestoken. Foto’s van de beschadigde beelden zijn te zien in Raarlems Dagklad, 30 oktober 2008. De beelden, ook door andere vormen van vandalisme beschadigd, werden in mei 2009 voor restauratie weggehaald en zijn sindsdien nog niet teruggeplaatst.

2. Bibliotheken en musea

Universiteitsbibliotheek Leiden

Tientallen exemplaren van de Camera Obscura vormen slechts een fractie van wat Nicolaas Beets en zijn kinderen hebben nagelaten. Al dat materiaal berust in de bibliotheek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde die als langdurige bruikleen onderdeel is van de Universiteitsbibliotheek Leiden. Bij de herdenking van de honderdste sterfdag van Beets in 2003 is een door André Bouwman samengestelde inventaris verschenen van de papieren en drukken daarin: De Beetscollectie te Leiden, waarin onder meer een complete bibliografie van de Camera Obscura is opgenomen.

Een selectie uit de collectie, aangevuld met stukken uit het archief van de Haarlemse uitgeverij De Erven F. Bohn, werd in het herdenkingsjaar 2003 gepresenteerd in de tentoonstelling Beets 1903-2003 (13 maart tot en met 11 mei). De tentoongestelde stukken zijn nog te zien op de website van de bibliotheek.

Letterkundig Museum, Den Haag

In het Letterkundig Museum bevindt zich een vijftiental handschriften van Nicolaas Beets. Daaronder zijn diverse gelegenheidsgedichten, zoals verzen aan Willem Bilderdijk en Koningin Wilhelmina bij haar troonsbestijging. Heel grappig is een klein bundeltje handschriften met gedichten op alfabet. De letter is steeds geïllustreerd.

Een belangrijk bezit vormen de meer dan tweehonderd bladen ‘Uitreksel uit mijn dagboek’. Het betreft dagboekbladen uit Beets’ studententijd. In 1983 is van dit dagboek een uitgave gemaakt in de reeks Achter het boek: Het dagboek van de student Nicolaas Beets 1833-1836.

Ook zijn er enkele tientallen brieven van Beets, bijvoorbeeld aan Isaäc da Costa, Samuel van den Bergh, Bernard Gewin en de Vlaming Pol de Mont.

Zie voor een overzicht van alle documenten van Nicolaas Beets in het Letterkundig Museum de catalogus van het museum.

Rijksmuseum, Amsterdam

Het Rijksmuseum bezit een marmeren borstbeeld van Nicolaas Beets, in 1894 gemaakt door zijn zoon Cornelis. Vier jaar later werd het door vrienden en vereerders aangeboden aan het Rijksmuseum in de hoop dat het daar een plaats zou krijgen naast het beeld van Hasebroek ‘en andere mannen van naam’. Cornelis Beets heeft zijn vader voorgesteld met een vriendelijke houding. Hij draagt een ereteken op de borst en een met een ketting om de hals.

Een toelichting en een foto van het beeld zijn te zien op de website van het Rijksmuseum.

3. Toeristische routes

Als student in Leiden woonde Nicolaas Beets op kamers in de Breestraat 114 c, waar hij een aantal van zijn werken schreef. In het herdenkingsjaar 2003 werd op 15 maart ook bij dat huis een gedenksteen onthuld.

Van de plekken die hij noemde in het dagboek dat hij als student bijhield, is een aantal in de historische binnenstand van Leiden bewaard gebleven. 'Welk een genoegen weer hier te zijn!' van George Slieker is een literaire wandeling door het Leiden uit de tijd dat Beets er student was, onder meer langs locaties die in de Camera Obscura worden vermeld.

In 2003 schreef George Slieker al De 'Camera Obscura’ in beeld: de wereld van de 'Camera Obscura' in oude ansichten en foto's. In deze oude prentbriefkaarten en foto’s wordt de werkelijkheid uit de tijd van het boek getoond. In de toelichting bij de afbeeldingen wordt onder meer verwezen naar het boek en de passages waarop ze betrekking hebben.

Een eeuwige zondag van Maarten Beks en Tom Gitsels uit 1989 bevat, zoals de ondertitel aangeeft, wandelingen door het land van Nicolaas Beets ter gelegenheid van de 150-ste verjaardag van de Camera Obscura. Naast de Camera Obscura komen onder meer ook zaken aan bod als het natuurgevoel in het dagboek van Beets en zijn relatie met Bomans.

4. Overig

Postzegel

In 1939 verscheen in Nederland een zomerpostzegel van 5 cent met daarop de beeltenis van Nicolaas Beets. Zie voor meer informatie over de postzegel Het geheugen van Nederland. De zegel wordt ook genoemd op het online postzegelmagazine Postzegelblog, in het artikel 'Literaire filatelie' van Willem Hogendoorn uit 2009 en in het artikel 'Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde' van diezelfde auteur uit 2011.

5. Websites