Een monoloog over de geschiedenis van een man, een kunstenaar, die lang jongen is gebleven, heeft volhard in een dwarse en rebellerende houding en altijd de vrijheid heeft genomen om met veel energie dingen te doen die hij belangrijk vindt. De voormalige beeldenstormer is steeds meer de waarde van tradities gaan inzien, als drukke prater die heeft moeten luisteren, als bevlogen zoeker die niet alleen de open ruimte maar ook de muren heeft leren kennen, als man die de overgang heeft gemaakt van 'alles kan nog'naar 'dit is het dus'.