Zijn musea voor hedendaagse beeldende kunst aangepast aan de eisen van de tijd en haar publiek? En waarom kost het die musea moeite om aansluiting te vinden bij actuele maatschappelijke ontwikkelingen? Deze musea zijn wakkergeschud en verrast door de ontspanningseconomie, de honger van de vrijetijdsconsument, het toerisme en de nieuwe politiek betreffende het financieren van culturele instellingen. De auteur maakt notitie over de parallellen tusen dierenpark en museum en bewijst hiermee zij proeve van bekwaamheid.