In haar oratie onderzoekt Rosemarie Buikema de relatie tussen kunst en diversiteit. Diversiteit vat zij daarbij niet op als een politiek correct concept , als wel als de consequentie van de principiële singulariteit van visuele en discursieve kunstwerken Buikema maakt deze visie op kunst, cultuur en diversiteit aanschouwelijk in haar behandeling van twee recente Zuid-Afrikaanse romans (Agaat en Disgrace) die beide onderdeel zijn geworden van een felle internationale identiteitspolitieke discussie.