VPRO Kooplieden, kapers en kolonisten
de geschiedenis van de West-Indische Compagnie (1621-1791); Kiki Amsberg en Aad Bos
Album
De opbouw van het koloniale rijk in de West begon met de verovering van het Prinseneiland (het tegenwoordige Principe) bij Equatoriaal Guinee op 30 augustus 1598 (400 jaar geleden in 1998). De bezetting van het eiland duurde niet lang, de Portugezen maakten op bloedige wijze een einde aan de het bestaan van de Nederlandse kolonie. Vanaf 1606 waren er serieuze plannen voor de oprichting van de WIC. De handel in de West is zich al flink aan het ontwikkelen. Door onenigheid tussen de belangrijkste handelsgebieden (Holland en Zeeland) en een tijdelijke vrede met Spanje komt er niets van. Pas in 1621 gaat de WIC officieel van start. De WIC handelt in goud, zout, katoen, bont, koffie, suiker, peper, ivoor, tabak, indigo brazielhout én slaven. Het is een driehoekshandel tussen Afrika, Amerika en Nederland. De handel van slaven wordt vanaf 1635 serieus aangepakt. Er zijn stemmen in Nederland die het als een 'paapsche dwaling' zien. Zodra de lucratieve kant van de handel duidelijk wordt, verdwijnen de bezwaren grotendeels. Het einde van de WIC komt op 31 december 1791. In 1872 worden de laatste bezittingen aan de Afrikaanse goudkust (Elmina) met Engeland geruild. Alleen de Antillen en Suriname zijn dan nog over van het WIC-rijk.
Meer informatie
Je leent dit album bij je eigen Bibliotheek. Vul de vier cijfers van je postcode in en vind je Bibliotheek.