Nadat The Gun Club in 1984 in chaos was uiteengevallen, bracht frontman Jeffrey Lee Pierce onder eigen naam het, niet onverdienstelijke album Wildweed uit. Al snel hierna belde hij zijn oude maat en gitarist Kid Congo Powers op, om – met zijn vriendin Romi Mori op bas en Nick Sanderson op drums - The Gun Club nieuw leven in te blazen. In deze bezetting werd het vierde album Mother Juno opgenomen en uitgebracht in 1987. Pierce leefde inmiddels in Londen en Powers in Berlijn (waar hij deel uitmaakte van Nick Cave And The Bad Seeds). In die laatste stad werd het album opgenomen in de legendarische Hansa Studio's. Wellicht door dat Europese verblijf zijn op Mother Juno de invloeden van Amerikaanse rootsmuziek naar achteren geschoven. Het is veel meer een rockplaat met dominant en stevig gitaarwerk van het herenigde duo. Pierce is in topvorm met bezeten voordrachten van intense songs als Hearts, Port Of Souls en het sinistere Yellow Eyes waar gastmuzikant Blixa Bargeld spookachtige gitaareffecten aan bijdraagt. Mother Juno is het laatste krachtige statement van The Gun Club en Pierce. De sporen van zelfdestructie begonnen hierna steeds meer hun tol te eisen, leidend tot zijn dood in 1996. (MR)