Omdat Camille Saint-Saëns (1835-1921) de drijvende kracht was achter de oprichting van de Société Nationale de Musique in 1871, waarmee beoogd werd de invloed van de Duitse instrumentale muziek in Frankrijk terug te dringen, wordt hij wel beschouwd als één van de vaders van de Franse kamermuziek. 'Ars gallica' was hierbij zijn motto: Saint-Saëns wilde de traditionele Franse distinctie en distantie weer terugbrengen en daarmee de invloed van de in zijn ogen tot exhibitionisme verworden expressiviteit van de Duitse romantiek tot staan brengen. Hoewel ze vele jaren na de oprichting zijn ontstaan, geven Saint-Saëns' beide strijkkwartetten een goed idee van wat hem voor ogen stond. Het "Strijkkwartet nr.1, op.112" werd geschreven in 1899. Het heeft de traditionele vier delen. Hierbinnen wisselen geraffineerde thematische verwantschappen, zoals ze bij Haydn en Beethoven te vinden zijn, meer typisch Frans-charmante passages elkaar af. Het langzame deel verwijst duidelijk naar de late Beethoven-kwartetten, maar is als geheel veel gereserveerder, zo men wil 'gallischer', van stemming. Zijn "Strijkkwartet nr.2, op.153" schreef Saint-Saëns in 1919 (hij was toen 84). Het borduurt voort op het stramien van het vorige kwartet, maar heeft af en toe wat modernere samenklanken. Het Medici String Quartet geeft fraaie uitvoeringen van deze nog altijd ten onrechte genegeerde kwartetten. (JvG)_