Veel liefhebbers van klassieke muziek kennen Heinz Holliger als een brillant hoboïst. Dat hij ook als componist de moeite waard is bewijst een cd die verschenen is op het mooie label ECM. Holliger schrijft muziek met een lyrisch karakter en van een grote sensitiviteit, die echter (net als bij geestverwanten als Schumann of Hölderlin) tevens gevaarlijk dicht grenzen aan de waanzin. Van de opgenomen werken stammen "Elis" voor piano en "Sequenzen über Johannes I, 32" uit Holligers leertijd bij Boulez (1961-62). De titel van het eerstgenoemde werk verwijst naar een "paradijselijk rein wezen tussen droom en dood" (aldus het voorwoord bij dit werk), afkomstig uit de poëzie van Holligers favoriete dichter Georg Trakl. Opvallend aan de programmering van deze cd is het ontbreken van werk uit de periode 1968-1973. "Destruktive Stücke", zo typeerde Holliger later zijn muziek uit deze tijd. Deze "Sturm und Drang" leidde uiteindelijk tot een breuk met de strenge idealen die Holliger bij zijn compositieleraren Veress en Boulez had geleerd. "Ik kan niet werken op de basis van abstrakte methoden, ook al vind ik ze muzikaal fascinerend", aldus Holliger. "Ich schreibe Musik aus dem Turm", aldus een andere uitspraak van de componist, waarbij hij wellicht verwijst naar de toren waarin de dichter Hölderlin verbleef na zijn psychische ineenstorting. De beide cycli "Lieder ohne Worte" voor viool en piano, "Trema" in de versie voor viool solo en "Präludium, Arioso und Passacaglia" voor harp stammen uit de jaren '80. De genoemde werken worden uitgevoerd door violist Thomas Zehetmair, pianist Thomas Larcher en harpiste Ursula Holliger. (H.J.)_