Het Italiaanse label Arts geeft in samenwerking met de in München gehuisveste Richard-Strauss-Gesellschaft een reeks uit met het volledige kamermuziekoeuvre van Richard Strauss (1864-1949). Strauss bepaalde aan het eind van zijn leven dat al zijn jeugdwerken nooit in de openbaarheid mochten komen. Zijn erfgenamen hebben daar aanvankelijk streng de hand aan gehouden, maar die tijden zijn nu kennelijk voorbij. Wanneer men deze cd beluistert, krijgt men wel enigszins begrip voor Strauss zijn wens. Het leeuwendeel van de hier opgenomen stukken schreef Strauss in zijn tienerjaren en het voornaamste dat ze aantonen is dat alle begin moeilijk is en dat Strauss geen wonderkind was. Het "Pianotrio nr.1 in A" is duidelijk op Haydns model georiënteerd, terwijl Strauss in het een jaar later, in 1878, ontstane "Pianotrio nr.2 in D" inmiddels Beethovens invloed aan het verwerken is. Het zijn echte vingeroefeningen, aardig gemaakt, maar eigenlijk alleen als documentatie interessant. Datzelfde geldt nog meer voor de twee hopeloos onhandige "Romanzen", voor respectievelijk klarinet en cello met piano en de "Introductie, thema en variaties voor hoorn en piano AV.52", waarvan de inleiding blijkens de overdaad aan trillers kennelijk geïnspireerd is op Brahms' eerste pianoconcert. Alleen in de "Dansen uit 'Capriccio'" is de hand van de meester herkenbaar, maar dit is dan ook een stuk uit 1941. De verschillende instrumentalisten, allen begeleid door Wolfgang Sawallisch aan de piano, doen hun best, maar deze cd is alleen aanbevelenswaardig voor Strauss-fanatici. (JvG)_