Carl Maria von Weber (1786-1826) schreef drie werken voor piano en orkest. De pianoconcerten nr.1 en 2 ontstonden respectievelijk in 1810 en 1811. Deze twee concerten laten het werk van een jong componist horen die zich bewust is van de traditie, maar die ook zijn eigen kunnen wil laten horen. In 1815 beschreef Weber aan Friedrich Rochlitz (die directeur van de Praagse Opera was) een plan voor een pianoconcert van een geheel andere opzet. Het concert zou opgebouwd moeten zijn uit een aantal poëtische scènes. Weber betwijfelt echter of een dergelijke programmatische opzet door het publiek begrepen zal worden. Enige jaren later ontstond het "Konzertstück" op.79, dat hij voltooide op de ochtend van de première van "Der Freischütz". Vermoedelijk ligt aan dit werk de genoemde programmatische opzet ten grondslag; volgens een leerling van Webern zou het stuk althans betrekking hebben op een Middeleeuwse jonkvrouw die uitkijkt naar de terugkeer van haar ridder. Niettemin heeft Weber zelf nooit zijn opzet duidelijk gemaakt, zodat het publiek zelf zijn fantasie kan laten gaan over deze muziek. De beide pianoconcerten en het "Konzertstück" zijn op cd verschenen in een uitvoering van Gerhard Oppitz en het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks onder leiding van Colin Davis. De cd eindigt met een bewerking door Liszt voor piano en orkest van twee van Webern's polonaises voor piano solo. (H.J.)_