De Utrechtse organist Piet van der Steen speelt op het Mutin-orgel (Mutin was de opvolger van Cavaillé-Coll) van de Eglise-Collégiale St.Pierre à Douai de tweede en derde suite van de vier suites, die bekend staan als de Pièces de fantaisie van Louis Vierne. Deze Pièces, tesamen met 24 Pièces en style lybre, kunnen beschouwd worden als de poëtisch-schilderende tegenhanger van de zes orgelsymfonieën. Louis Vierne was als organist van de Notre Dame van Parijs één van de leidende figuren in de Parijse orgelwereld aan het begin van deze eeuw. Als organist is hij gevormd door Franck en met name door Widor. Tot zijn eigen leerlingenkring behoorden ondermeer Maurice Duruflé, Marcel Dupré en Joseph Bonnet. Hoewel de constructie van Vierne's composities soms wat eenvormig is, weet zijn compositiestijl vooral te boeien door een persoonlijke, ietwat mondain gekleurde chromatiek, die soms melancholiek is, als in Résignation, soms hymnisch, als in de Hymne au soleil en Les cloches de Hinckley, soms geheimzinnig en suggestief, als in Feux-follets, Clair de lune en Maïades en soms briljant virtuoos als in de Toccata. (H.J.)_