Ook toen de geluidsinstallatie nog niet was uitgevonden, kende men al manieren om muziek te laten horen via apparaten van enigerlei aard. Verreweg het bekendste instrument uit deze traditie is het draaiorgel, een instrument dat in Nederland nog steeds op een zekere, enigszins folkloristische aandacht kan rekenen. Groter dan het draaiorgel zijn de zogeheten jaarmarkt- en dansorgels, welke vooral rond de eeuwwisseling een stormachtige populariteit doormaakten. Deze orgels waren een soort kruising van een juke-box met een dansorkest. Het Duitse concern Siemens heeft op de toegenomen herwaardering van dergelijke instrumenten ingespeeld door vijf Duitse componisten uit te nodigen stukken voor deze mechanische instrumenten te schrijven. Het resultaat daarvan is bijeengebracht op deze cd. Detlev Glanert (*1960) liet zich inspireren door de traditie van dansmuziek van deze orgels en schreef een curieus mars-achtig werk: "Kleine Kuttel-Daddeldu-Musik". De langste bijdrage is afkomstig van Peter Michael Hamel (*1947), namelijk "Die Dame dreht sich permanent", waarmee wordt verwezen naar een draaiorgel van de firma Ruth, gemaakt in 1926, dat in het front een danseres op een draaischijf heeft staan. Evenals Glanert heeft ook Hamel zich door dansmuziek laten inspireren. Verder zijn er bijdragen van Steffen Schleiermacher (*1960), Gerhard Stäbler ("wolkenbilder") en Jörg Widmann ("Arlecchino rabbioso"). De stukken worden gespeeld door vijf verschillende instrumenten. Het geheel is zondermeer alleraardigst te noemen. Alleen de geringe speelduur van de cd (37'40'') is een minpuntje. (JvG)_