Uit de omgeving van Arnold Schönberg en diens leerlingen is een groot aantal transcripties van orkestwerken overgeleverd. Deze bewerkingen voor kamermuziek-bezetting werden meestal voor pedagogische doeleinden geschreven. Zo ontstonden tijdens een zomercursus in 1921 diverse bewerkingen die dienden als oefening in orkestratie. Schönberg bewerkte voor deze gelegenheid populaire liederen van Schubert, Denza en Soily. Voor de Verein für musikalische Privataufführungen werden eveneens bewerkingen gemaakt, o.a. van de Romantische suite op.125 van Max Reger. De gebruikelijke bezetting voor dit soort bewerkingen was: fluit, klarinet, harmonium, piano en strijkkwartet. De Verein was in 1918 opgericht met als doel het herintroduceren van muziek die door de Eerste Wereldoorlog aan de aandacht was ontsnapt. Een bewerking van de wals Rosen aus dem Süden van Johann Strauss werd gemaakt voor een benefietconcert ten bate van de Verein. De Kaiserwalzer van Strauss, ten slotte, werd bewerkt voor de Spaanse tournee van Schönberg's Pierrot lunaire. Genoemde werken zijn op cd verschenen, gespeeld door Les Solistes de l'Opéra National de Lyon. (H.J.)_