Tot begin deze eeuw was het gebruikelijk dat beroemde solisten, ongeacht wat hun instrument was, niet alleen andermans werken speelden, maar zelf ook componeerden, ook wanneer zij zichzelf niet in de eerste plaats als componist zagen. De resultaten hiervan lopen sterk uiteen, maar op zijn minst heeft het alles bijelkaar toch een aantal aantrekkelijke, voor de desbetreffende instrumenten uitstekend geschreven werkjes opgeleverd. In deze eeuw is deze traditie bijna verdwenen: de grote pianisten van nu (Brendel, Pollini, Perahia enz.) spelen 'slechts'. Een uitzondering hierop is de pianist Noël Lee, die vooral naam heeft gemaakt met uitvoeringen van Franse pianomuziek. Op deze cd is een aantal liedcycli van zijn hand bijeengebracht, aangevuld met enkele pianowerken. Opmerkelijk zijn de "Trois chants de 'Hamlet'" uit 1953, welke zijn gezet voor solo-stem. De andere liederen hebben wel begeleiding, zoals de "Quatre ballades" op tekst van Catherine Pozzi uit 1956 en de "Quatre chants sur Baudelaire" uit 1971. In het geval van "Azurs", een vierdelige cyclus op gedichten van Rimbaud uit 1987, is de begeleiding voor piano-vierhandig. Ter aanvulling klinkt een arrangement voor piano-vierhandig van "Diversions", een verzameling aardige karakterstukjes. Lee's idioom is gematigd modern. Opvallend is het gebruik van moderne piano-effecten, waarvoor mogelijk de pianomuziek van Crumb een inspiratiebron is geweest. Marie-Thérèse Keller (mezzosopraan) wordt begeleid door pianist Jeff Cohen. Noël Lee, één van de weinige creatieve pianisten van deze tijd, speelt zelf mee in de vierhandige werken. (JvG)_