Was dirigent Willem Mengelberg meer een despotische 'Kapelmeister' van de oude stempel, diens opvolger Eduard van Beinum was meer het type van de democratische leider als 'primus inter paris' (de eerste onder zijns gelijken). In 1931 werd Van Beinum tweede dirigent bij het Concertgebouworkest, waar het muziekleven vooral gedomineerd werd door Mengelberg en Pierre Monteux. In 1938 werd hij benoemd tot eerste dirigent en na de tweede wereldoorlog volgde hij Mengelberg op, toen deze vanwege 'ontoelaatbare handelingen in strijd met de nationale eer' van het Nederlandse muziekleven werd uitgesloten. Aan Van Beinum is het dus te danken dat het orkest in de jaren '50 weer op het oude niveau kwam. Dutch Masters vol.38 bevat de "Symfonieen nos. 3, 6 & 8 ("Unvollendete)" van Schubert. (H.J.)_