Franz Schubert
Octet in F major, op.post.166, D.803
Album
Het octet in F (D.803) is Schuberts grootste kamermuziekwerk (1824). Het werd geschreven in dezelfde periode als het "Rosamunde"-kwartet en het kwartet "Der Tod und das Mõdchen". Deze periode was moeilijk voor Schubert, omdat hij leed aan syfilis. "Stel je voor, een mens wiens gezondheid nooit meer zal herstellen (...) Iedere avond hoop ik nooit meer wakker te worden, maar iedere morgen brengt mij het verdriet terug van de vorige dag...", zo schreef hij aan een vriend. Het octet wordt gespeeld door de ensembles Mozzafiato en L'Archibudelli (Charles Neidich (klarinet), Vera Beths (viool), Anner Bylsma (cello) e.a.
Meer informatie
Je leent dit album bij Muziekweb.
Tracks
- Octet voor blazers [3] en strijkers [5] D.803, op.posth.166 in F gr.t. deel I
Franz Schubert, Mozzafiato, L' Archibudelli
15:27
- Octet voor blazers [3] en strijkers [5] D.803, op.posth.166 in F gr.t. deel II
Franz Schubert, Mozzafiato, L' Archibudelli
10:53
- Octet voor blazers [3] en strijkers [5] D.803, op.posth.166 in F gr.t. deel III
Franz Schubert, Mozzafiato, L' Archibudelli
6:31
- Octet voor blazers [3] en strijkers [5] D.803, op.posth.166 in F gr.t. deel IV
Franz Schubert, Mozzafiato, L' Archibudelli
11:50
- Octet voor blazers [3] en strijkers [5] D.803, op.posth.166 in F gr.t. deel V
Franz Schubert, Mozzafiato, L' Archibudelli
6:47
- Octet voor blazers [3] en strijkers [5] D.803, op.posth.166 in F gr.t. deel VI
Franz Schubert, Mozzafiato, L' Archibudelli
9:15