Henry Du Mont (1610-1684) heette eigenlijk Henry De Thier, maar toen hij in 1640 in Parijs aankwam, veranderde hij zijn naam. Het uit lokaal dialect stammende ‘Thiers’ (‘heuvel’) veranderde hij in het algemeen bekende Franse ‘Mont’ (‘berg’). Het desbetreffende dialect werd gesproken in het prinsdom Luik, waar Du Mont in 1610 werd geboren. Zijn muzikale opleiding kreeg hij in Maastricht, waar hij koorknaap en organist aan de O.L.V.-kerk werd. Regelmatig trok hij naar Luik, waar hij niet alleen een rijker geschakeerd muziekleven aantrof, maar ook kennis kon maken met de actuele Italiaanse en Franse stijl. Of Du Mont ook in Italië of Frankrijk heeft gestudeerd is onbekend: in 1638 verliet hij Luik, om pas in 1640 weer op te duiken, in Parijs. Du Mont maakte snel carrière in de Franse hoofdstad. Van organist werd hij clavecinist bij de Hertog van Anjou, om vervolgens adjunct-meester te worden bij de Chapelle Royale. Voor dit ensemble zal Du Mont ongetwijfeld verschillende werken hebben geschreven, waaronder ook ‘grands motets’; cantates met een in ‘grand choeur’ en ‘petit choeur’ gedeeld koor, begeleid door tamelijk uitgebreid orkest. Du Mont heeft tegen de zeventig van dergelijke grands motets geschreven, waarvan minder dan de helft bewaard is gebleven. Helaas is in het boekje niet duidelijk vermeld wat de herkomst is van de hier opgenomen vijf exemplaren. In plaats daarvan wordt in een nogal zonderling verhaal benadrukt dat het mogelijk is deze muziek met tamelijk kleine bezetting uit te voeren. Voor de goede verstaander is natuurlijk duidelijk dat die keuze eerder door financiële dan artistieke overwegingen is ingegeven: met weinig krachten is het goedkoper. De kwaliteit van de uitvoering is overigens niet slecht, maar door het gemis van een wat rijkere bezetting komt de pracht en praal van deze trotse hofmuziek weinig tot zijn recht. (JvG)