Dit is al weer het zevende album van deze gekostumeerde heren en dame uit New York. En dat terwijl we nog maar net zijn bekomen van de de live-video "Dawn of the Day, of the Night, of the Penguin" en de vijf "Slave Pit Funnies" comics (stripboeken). Dit nieuwe album kan zonder problemen geplaatst worden tussen zijn voorgangers "Rag Na Rök" en "Carnival of Chaos", wat positief is te noemen, aangezien GWAR pas sinds de laatste paar albums hun ongein op een redelijk verantwoorde manier door muziek weet te omlijsten. Het merendeel van de (maar liefst) zeventien nummers is te plaatsen in het straatje van de Britisch punk (inclusief een fake Cockney-accent). Echter met (humoristische) songs als "Penile Drip", "I'm fucking an Animal" en "The Master has an Butt" komen ook de meer traditionele Amerikaanse klanken aan de orde. Verder wordt er met de song "Escape from the Mooselodge" zelfs teruggegrepen naar aloude Heavy Metal. We dienen echter vooral niet te vergeten dat deze redelijk gespeelde en geproduceerde muziek alleen maar de bedoeling heeft om GWARs grote "masterplan" te ondersteunen: de monsterachtige bandleden zijn nl. van plan om werkelijk alles op hun pad uit te moorden! Totdat het zover is, kunnen we dus nog even genieten van dit album, dat muzikaal niet en tekstueel wel zeer bijzonder is. (R.vd.H)_