De Britse hardrockband The Cult kennen we nog van de hits Love Removal Machine en She Sells Sanctuary, nummers die elke dertiger luidkeels meebrult. The Cult werd opgericht in 1981 in Bradshire, Engeland. Zowel de hardrockfans als de 'vleermuizen' (de in het zwart geklede liefhebbers van gothic rock) sloten de band eind jaren tachtig in de armen en The Cult groeide uit tot een mega-act. In 1986 was de band headliner van Pinkpop en veroorzaakte toen een fikse rel door, tegen de zin van organisator Jan Smeets in, door te spelen tot na de toegestane tijd. Smeets zwoer dat The Cult nooit meer op Pinkpop zou staan. Na de succesperiode eind jaren tachtig is het inderdaad snel bergafwaarts gegaan met zanger Ian Astbury en zijn mannen en in 1995 werd de band zelfs opgeheven. Dat ze anno 2001 nog steeds van geen ophouden weten bewijst de release van Beyond Good And Evil, het eerste volwaardige album van The Cult in zeven jaar. En de fans kunnen gerust zijn: ze zijn geen spat veranderd. Nog steeds is er die duivelse, hysterische zang van Astbury en het bombastische geluid van gitarist Billy Duffy. Nooit subtiel maar altijd effectief. Het album werd geproduceerd door sterproducer Bob Rock (Metallica, Bon Jovi en Bryan Adams) en dat was geen slechte keus: de muziek van The Cult gedijt prima in zijn beroemde 'stadionsound'. (MS)