Van het Nederlands Kamerkoor, dat begin 1999 een Edison won voor een cd met koorwerken van Escher, verscheen een cd met opnieuw belangrijke koorwerken van een Nederlands componist. Dat deze soms zeer uitbundige koorwerken van Robert Heppener sterk verschillen van die van de meer introverte Escher, lijkt voor het Nederlands Kamerkoor overigens niet veel uit te maken. Zo is het Nederlands Kamerkoor uitstekend op dreef in de "Canti carnascialeschi" (1966), die de sfeer oproepen van het Florentijnse carnaval uit de tijd van Lorenzo de Medici. Hetzelfde geldt voor "Del iubilo del core che esce in voce" (1974), waarin de jubel van een mystieke tekst van Jacopone da Todi wordt verklankt middels allerlei experimentele vocale technieken. De "Nachklänge" (1977), naar een tekst van Paul Celan, bevat tevens suggestieve klanken, maar hier is de sfeer veel ingetogener. "Bruchstücke eine alten Textes", tenslotte, werd geschreven voor een herdenkingsprogramma rond Mendelssohn. De tekst bestaat uit flarden van psalm 43, die eens door Mendelssohn werden gebruikt voor zijn "Motet op.78". Het Nederlands Kamerkoor staat deze keer onder leiding van de dirigenten Tonu Kaljuste en Daniël Reuss. (H.J.)_