Georges Onslow (1784-1853) was zonder twijfel een van de meest opmerkelijke Franse componisten van de negentiende eeuw. Waar zijn collega’s en masse probeerden in Parijs met opera’s of salonmuziek roem te verwerven, gaf Onslow er de voorkeur aan in het afgelegen Clermont (tegenwoordig Clermont-Ferrand) te verblijven. Daar werkte hij gestaag aan een oeuvre dat voornamelijk uit kamermuziek bestond. De liefde hiervoor zal Onslow zijn bijgebracht door Reicha, de compositiedocent aan het Parijse conservatorium bij wie Onslow enige tijd lessen volgde. Onslow kon zich zo’n eigenzinnige muzikale loopbaan veroorloven, omdat hij financieel onafhankelijk was. Het beheer van de landerijen die zijn rijke, uit Engeland stammende ouders, hem hadden nagelaten, was zijn enige professionele verplichting. Uit Onslows rijke kamermuzikale oeuvre worden op deze cd twee stukken uitgevoerd door gelegenheidsensembles, samengesteld uit leden van twee Duitse orkesten. Geopend wordt met het Grand Quintetto op.76. Dit stuk heeft dezelfde bezetting als Schuberts Forellenkwintet: piano en strijkkwartet, met dien verstande dat de tweede viool door een contrabas is vervangen. Het stuk dateert uit 1848, behalve het derde deel, dat uit een veel oudere sonate voor piano quatre-mains is overgenomen. Het laatste deel heeft als opschrift ‘Le coup de vent’, en bevat dan ook allerlei muzikale verbeeldingen van het waaien van de wind. Het Grand Sextuor op.77bis werd in 1849 voltooid en is geschreven voor piano, vier blazers en contrabas. Met het kwintet deelt het niet alleen de traditionele vierdelige opbouw, maar ook een over het algemeen diverterend karakter. Daarmee passen deze stukken geheel binnen de toenmalige conventies: de strenge, ernstige toon was gereserveerd voor het strijkkwartet, maar in andere kamermuzikale bezettingen, met name de grotere, werd een luchtiger toon verlangd. De heldere, nog overwegend klassieke stijl van deze werken, sluit aan bij die van Hummel en Spohr. De uitvoeringen zijn van prima kwaliteit. (JvG)