Het oeuvre van Hugo Wolf (1860-1903) wordt zozeer door zijn liederen gedomineerd dat zijn andere muziek enigs-zins buiten beeld lijkt te zijn geraakt. Zo is zijn kamermuziek weinig bekend, met uitzondering wellicht van de "Italienische Serenade". Op deze cd met Wolfs werken voor strijkkwartet besluit het Auryn Quartet met dit stuk, dat overigens onvoltooid is. Blijkens bewaard gebleven schetsen had Wolf zich voorgenomen twee delen aan dit 'fragment' toe te voegen; het is er echter nooit van gekomen. Wellicht was de herinnering van Wolf aan het problematische ontstaan van zijn "Strijkkwartet in d" hier een reden voor. Het kostte Wolf in totaal zes jaar, van 1878 tot 1884, voordat het werk voltooid was. Het aan Goethe ontleende motto 'Entbehren sollst du, sollst entbehren', dat het werk meekreeg is ook al een verwijzing naar de moeizame voortgang. Het symboliseerde voor Wolf dat alleen door harde en uitputtende arbeid, en de daarbij komende ontberingen iets kan worden bereikt. Het resultaat mag er zijn, want dit vierdelige kwartet, dat ruim drie kwartier in beslag neemt, heeft veel te bieden. Met name het openingsdeel en het zeer grootschalige langzame deel herbergen een schitterende, gekwelde laat-romantische expressie. Ter aanvulling klinkt nog het "Intermezzo", een los werk uit 1886, dat pas in 1960 werd gepubliceerd. Wolf duidde het zelf in zijn brieven als 'humoristisch intermezzo' aan. Het is misschien niet het sterkste stuk van Wolf, maar het doet over het geheel genomen geen afbreuk aan de aantrekkelijkheid van deze cd. (JvG)_