Net als enkele van zijn tijd- en landgenoten heeft de Hongaarse componist Endre Szervánszky (1911-1977) in zijn oeuvre verschillende gedichten getoonzet van Attila Jószef, die als een van Hongarijes grootste dichters geldt. Het meest uitgebreide eerbetoon dat Szervánszky heeft bewezen aan Jószef is zijn Concert ter nagedachtenis van Attila Jószef, dat op deze cd klinkt in een uitvoering van het Hongaars Staats Orkest, geleid door Gyula Borbély. Dit concert duurt ruim 40 minuten en bestaat uit vijf delen, waarvan de oneven delen gebaseerd zijn op fragmenten van gedichten van Jószef, namelijk: ‘Bij de Donau’, ‘Te veel pijn’ en ‘Ik schreeuw niet’. Szervánszky, die Jószef tot zijn persoonlijke vrienden mocht rekenen, staat muzikaal bezien, blijkens de toelichting, vooral in de nationale traditie van Bártok en Kodaly. In dit programmatisch getinte orkestwerk is de invloed van Bártok echter niet erg opvallend. Hooguit heeft diens ‘Concert voor orkest’ Szervánszky voor de geest gezweefd; verder is vooral de invloed van Sjostakovitsj’ latere symfonieën onmiskenbaar aanwezig. De compositie is een redelijk sfeervol geheel, waarvan echter valt te betwijfelen of het de pretentie kan waarmaken een bewijs te leveren ‘dat de tijd van het idyllische bourgeoisie-leven voorbij is’, zoals in de toelichting wordt gemeld. Geheel anders van klankbeeld zijn de ter aanvulling opgenomen Zes orkeststukken, uitgevoerd door het Budapest Symfonie Orkest onder leiding van Gyula Németh. Dit zijn op twaalftoonstechniek gebaseerde aforistische stukken, met een zeer groot aandeel slagwerk, waaronder castagnetten. De inmiddels al weer wat oudere opnamen, gemaakt in 1965 en 1980, klinken prima. (JvG)