Zanger Peter Gabriel was met zijn toenmalige band Genesis tijdens de eerste helft van jaren zeventig één van de uitvinders van progressive rock. Na zijn vertrek in 1976 transformeerde hij van een uiterst theatrale rockster naar een meer introverte cultheld, die met zijn eerste platen nauwelijks meer het grote publiek wist te bereiken. Dat veranderde met het album So (1986) en de singles Sledgehammer en Don’t Give Up (met Kate Bush). Peter Gabriel wist nu ook als soloartiest de top van de hitlijsten te bereiken, zonder daarvoor noemenswaardige artistieke concessies te doen. Gabriels belangrijkste troef is ongetwijfeld zijn karakteristieke hese stem, die tot de fraaisten in de popmuziek behoort. Daarnaast beschikt hij over een ongeëvenaarde werklust, waardoor ieder nieuw werkstuk aan alle kanten klopt. Aan de opvolger van het sombere Us (1992) heeft hij ruim tien jaar gewerkt. Up komt daardoor aanvankelijk wat geforceerd over maar de beklemmende mix van rock en elektronica weet na enige draaibeurten, mede door de fraaie, melodieuze zanglijnen, uiteindelijk toch te overtuigen. (MS)