Vanuit zijn spirituele engagement heeft de uit Estland afkomstige Arvo Pärt een typisch soort Oost-Europese muziek voortgebracht, die een totale breuk betekent met alles wat de West-Europese muziekgeschiedenis vanaf de vroegbarok heeft voortgebracht. Wat blijft er dan nog over, kun je je afvragen? Niet zoveel, getuige Pärts Johannespassie, waarvan het onthechte karakter al even desolaat is als een nucleaire winter. Toch is er geen reden deze eenvoud met dédain te behandelen, want bij nadere analyse blijkt de quasi simpele muziek vaak heel mooi en intelligent gemaakt te zijn. Pärt-liefhebbers zullen in ieder geval genoegen beleven aan de cd Orient & Occident, waarop het Swedish Radio Symphony Orchestra & Choir onder leiding van Tonu Kaljuste een drietal werken laat horen. Wallfahrtslied is een toonzetting van psalm 120 (121 volgens de Vulgaat): ‘Ik hef mijn ogen op naar de bergen. Vanwaar komt mijn hulp?’ Bijzonder mooi is de wiegende golfslag van de strijkers in Orient & Occident, waarbij de warme akkoorden van het Westen voortdurend wisselen met de glissandi en overmatige secundes, zoals we die kennen uit de muziek het Midden-Oosten en Azië. De cd eindigt met een toonzetting van psalm 42-43 (41-42 volgens de Vulgaat): ‘Als een hinde verlang ik naar water: zo verlangt mijn ziel naar U.’ (HJ)