Anton Bruckner
Symhony no.8
Album
Aanvankelijk was Bruckner slechts een organist uit de provincie, met een neurotisch verlangen om muziektheoretische diploma’s te behalen. Totdat hij de muziek van Wagner leerde kennen! Dankzij Tannhäuser begreep hij dat men vooral muziek maakt door van de schoolregels af te wijken. Dit inzicht leverde hem echter ook vijanden op, zoals de anti-Wagneriaanse criticus Hanslick. De vete duurde zeker tot en met de Weense première van Bruckners Zevende Symfonie, door Hanslick getypeerd als een eindeloze vlakte van duisternis, verveling en overdreven geëxalteerdheid. Niettemin deed deze symfonie het tij keren, want zelfs Hanslick moest erkennen dat het succes bij het publiek ongekend was. Toch bleef Bruckner geplaagd door onbegrip. Zijn magnum opus, de Achtste Symfonie (1884-1887), werd afgewezen door dirigent Hermann Levi, waarna een moeizame periode van herziening begon. De moeite werd echter beloond, want de première in 1892 was opnieuw een van Bruckners weinige triomfen. Het lijkt vooral oudere dirigenten gegeven te zijn de dimensies van de kolossale Achtste vorm te geven. ‘In Bruckners muziek wordt de architectuur zichtbaar in de onmiskenbare tegenstelling van klankblokken, tempo’s en ritmes (...) Daarom vind ik het zo belangrijk om de tempowisselingen in een zinvolle relatie tot elkaar te stellen’, aldus dirigent Günter Wand. De golvingen van dit immense symfonische berglandschap worden door hem bijzonder mooi in kaart gebracht, ook al streeft hij nergens naar het soort apocalyptische dreiging zoals we die kennen van Furtwängler. Deze cd met de Berliner Philharmoniker werd bekroond met een Gramophone Award 2002. (HJ)
Meer informatie
Je leent dit album bij Muziekweb.
Tracks
- Symfonie nr.8, WAB.108 in c kl.t. deel I
Anton Bruckner, Günter Wand, Berliner Philharmoniker
17:03
- Symfonie nr.8, WAB.108 in c kl.t. deel II
Anton Bruckner, Günter Wand, Berliner Philharmoniker
16:07
- Symfonie nr.8, WAB.108 in c kl.t. deel III
Anton Bruckner, Günter Wand, Berliner Philharmoniker
27:36
- Symfonie nr.8, WAB.108 in c kl.t. deel IV
Anton Bruckner, Günter Wand, Berliner Philharmoniker
26:21