Op 26 januari 1936 bezocht Stalin met aantal partijfunctionarissen een uitvoering van Shostakovich’ opera Lady Macbeth van Mtsensk. De uitvoering was kennelijk niet goed gevallen, want twee dagen later reageerde de Pravda met een scherpe terechtwijzing. Chaos in plaats van muziek, zo oordeelde het artikel, dat hoogstwaarschijnlijk tot stand was gekomen dankzij directe bemoeienis van de Grote Leider zelve. Het artikel was een waarschuwing aan het adres van componisten die meer aandacht hadden voor verwarde experimenten dan voor een natuurlijke en humane (lees propagandistische) stijl. Gezien de politieke terreur van die tijd had Shostakovich dan ook alle reden om voor zijn leven te vrezen. In 1937 wist hij iets van zijn reputatie te herstellen door de toegankelijke (lees populistische) Vijfde Symfonie. Zijn al te ambitieuze Vierde Symfonie hield Shostakovich echter in zijn bureaula verborgen, omdat dit werk hem ongetwijfeld verder in de problemen zou hebben gebracht. Met als gevolg dat de Vierde pas in 1961 in première werd gebracht. (HJ)