Net als zijn broer Jimmy maakte ook Marcel de Groot zijn muzikale debuut in een musical. In het seizoen 1990/1991 speelde hij naast zijn vader Boudewijn in Tsjechov. Daarna richtte hij zijn vizier op de popmuziek en nam hij met producer George Kooymans (Golden Earring) zijn eerste solo-album op. De succesvolle opvolger Manen Kweken (1995) werd zelfs geproduceerd door 'papa' Boudewijn en bevatte de hitsingles Mag Ik Naar Je Kijken (met tekst van Henk Westbroek) en Wil Je Dat Nooit Meer Doen. Daarna verscheen nog een live-album (Toer uit 1998) en toen werd het lange tijd stil. In interviews vertelde De Groot dat hij genoeg had van de muziekwereld. Hij verhuisde van Amsterdam naar de Veluwe en niets wees erop dat er ooit nog nieuw werk van hem zou verschijnen. Daarom was het een grote verrassing toen er in het najaar van 2001 een nieuwe Marcel de Groot-cd uitkwam. Het album De Liefde, De Wals En De Kater werd voorafgegaan door het zomer-hitje Hutje Op De Hei. Dit nummer was een bewerking van een John Hiatt-nummer (Buffalo River Home), waarvoor Jack Poels van Rowwen Hèze de grappige Nederlandse tekst schreef. Behalve Hutje Op De Hei staan er nog negen songs op De Liefde, De Wals En De Kater. De eerste beluistering leert ons in ieder geval dat Marcel het plezier in de muziek weer terug heeft. Dit komt waarschijnlijk mede dankzij bevriende muzikanten die meespeelden, want het moet een gezellige boel zijn geweest met gasten als Jac Biko, Cor Mutsers, Wouter Planteijdt (gitarist van Sjako!) en Tren Van Enckevort (accordeonist van Rowwen Hèze) in de studio. Na een paar moeilijke jaren is Marcel de Groot met De Liefde, De Wals En De Kater helemaal terug aan de top van de nederpop. En we kunnen alleen maar hopen dat we dit keer minder lang op een opvolger hoeven te wachten. (MvP)_