Voor Ernst Toch (1887-1964) was Mozart de voornaamste leermeester. Toch was afkomstig uit een armelijk Joods middenstands-milieu waar zijn muzikale gave alleen met enkele pianolessen werd on-dersteund. Zijn compositorische ijver werd gewekt door een tweedehands setje zakpartituren van Mozartkwartetten. Toch kopieerde ze en leerde aldus de geheimen van het compositorisch handwerk kennen, die hij vervolgens in eigen stukken probeerde verder te ontwikkelen. Het eerste succes kwam toen hij in 1909 de Mozartprijs won. Hierna volgde de doorbraak: in 1913 werd Toch aangesteld als compositiedocent in Mannheim en werd hij een van Duitslands meest vooraanstaande componisten. In 1933 trok hij naar de Verenigde Staten, waar hij tot het einde van zijn leven bleef wonen. Tochs kwartetten zijn eigenlijk de mooiste weerslag van zijn autodidactische opleiding en het is dan ook een goede zaak dat het label CPO begonnen is met een reeks met Tochs complete kwartetten. Op dit eerste deel klinken de Kwartetten nrs.11 & 13; beide zijn vierdelig en duren iets minder dan een half uur. Het Kwartet nr.11, op.34 werd geschreven in 1924 en datzelfde jaar met succes in première gebracht op het festival van Donaueschingen. Het Kwartet nr.13, op.74 dateert van 1953 en werd geschreven in opdracht van een Amerikaanse kamermuziekvereniging. In beide werken domineert hetzelfde, wat bitse Hindemith-achtige idioom, dat neoclassicistische helderheid combineert met een polyfone opzet waarin de individuele lijnen het muzikale primaat hebben. Aldus is deze cd een mooie opening van wat zonder twijfel een aantrekkelijke reeks zal worden. (JvG)