Voor dirigenten is het nit eenvoudig om een omvattend beeld te krijgen van Bruckners Achtste Symfonie. Nikolaus Harnoncourt vergelijkt de constructie van dit gigantische werk met een gewelf, waarin iedere steen een bepaalde dragende functie heeft. Voor de generale pauzes en de koraalachtige interpolaties in de finale heeft Harnoncourt echter niet altijd een logische verklaring. 'Het is alsof Bruckner pauzeert om te gaan bidden. Hij is onderweg op een lange reis en kan deze niet voltooien zonder eerst zijn gebeden gezegd te hebben', aldus de dirigent. Voor deze cd met Harnoncourt werd gebruik gemaakt van de editie van Leopold Nowak uit 1955. (HJ)