Georg Muffat (1653-1704) was waarschijnlijk een van de meest bereisde componisten van zijn tijd. Hij werd geboren in de Savoy als kind van ouders van Schotse afkomst. Hij studeerde eerst in de Elzas en vervolgens, van 1663 tot 1669, in Parijs, waar Lully zijn leermeester was. In 1670 vestigde hij zich in de Elzas, maar oorlogsgevaar dreef hem naar Oostenrijk, waar hij uiteindelijk als hoforganist in Salzburg werd aangesteld. De aartsbisschop gaf hem toestemming om van 1680 tot 1682 naar Italië te gaan, om daar de nieuwste muzikale ontwikkelingen te bestuderen. Het laatste station van Muffats turbulente leven was Passau, waar hij van 1690 tot aan zijn dood werkte als kapelmeester. Muffat publiceerde in 1690 zijn "Apparatus musico-organisticus", een collectie van orgelwerken, bestaand uit twaalf toccata's en enkele losse stukken. In het voorwoord stelde Muffat dat hij bewust had geprobeerd de Franse stijl te mengen met Duitse en Italiaanse kenmerken. Het reizen was dus goed aan hem besteed geweest. Op deze cd speelt organist Martin Haselböck de eerste acht toccata's uit deze verzameling. De traditie van Froberger en Kerll, een vermenging van Oostenrijkse en Italiaanse stijlkenmerken, lijkt Muffats uitgangspunt te zijn geweest. Hij voegde er midden-duitse en Franse kenmerken aan toe. Het resultaat zijn bijzonder aantrekkelijke stukken, die meestal in vijf tot zeven secties uiteenvallen en waarin vrije gedeelten en fugatische passages elkaar afwisselen. Het resultaat is een verbluffend fantasierijk geheel, waarin vooral opvalt hoezeer de stukken zich, ondanks al hun overeenkomsten, ook van elkaar onderscheiden. Haselböck bespeelt een fraai instrument van Freundt (1639-1642). Het is nogal direkt opgenomen, maar dat heeft merkwaardig genoeg de duidelijkheid van het spel weinig geholpen. (JvG)_