"Die mevrouw met een erwt in haar keel", zo refereerde mijn grootvader naar haar. 'De geit', dat was mijn vaders benaming. Mijn familie begreep niet veel van mijn moeders grote bewondering voor Conchita Supervia, een operadiva uit (toen al) lang vervlogen tijden. En inderdaad had de Spaanse mezzosopraan een snel vibrato waar mensen aan moeten wennen. Toch is dat de moeite waard, want Supervia wordt terecht op een lijn geplaatst met grootheden als Enrico Caruso en Feodor Chaliapin. Een enorme persoonlijkheid, vol humor, dramatisch instinct, met een flexibele stem en de gave om ieder gezongen woord de volle betekenis te geven. In 1911 creëerde zij de rol van Octavian in de Italiaanse première van Der Rosenkavalier en als haar geboortejaar klopt, was zij toen 16 jaar, jonger dan het jeugdige personage in de opera. Zij was een gevierd Rossini-zangeres en zorgde voor de herwaardering van de toen vergeten opera's La Cenerentola en L'Italiana In Algeri. Bovenal was zij een ideale Carmen, wat bewezen wordt door de opnamen die zij maakte van belangrijke delen uit de opera. Ze staan vrijwel allemaal op deze Pearl-cd, samen met aria's uit onder andere Samson Et Dalila, L'Italiana In Algeri, La Cenerentola en La Bohème. De opnamen zijn van goede kwaliteit en dateren uit de periode 1927-1931. Supervia zou slechts een paar jaar later sterven, in 1936 in het kraambed. (CP)_