Iedereen heeft wel ergens een hoekje met curiosa. Als een soortgelijke collectie wordt de schitterende cd Rossini Discoveries gepresenteerd. De cd is een bonte verzameling van gelegenheidswerken en incidentele aanpassingen van operaproducties. Zoals wel vaker bij Rossini ontbreekt de zelfspot niet. Zo beweerde de componist dat hij de Hymne waarmee de cd eindigt geschreven had voor zijn achtertuin. Nonsens natuurlijk, want het gaat hier om een Hymne à Napoléon III et à Son Vaillant Peuple, die uitgevoerd diende te worden door een groot orkest (inclusief militaire kapel), bariton, koren van priesters, soldaten en het volk en kanonnen. ‘Excusez du peu!!’, aldus Rossini. De pompeuze hymne was bedoelt voor een prijsuitreiking in 1867 door de Exposition Universelle in het Palais de l’Industrie in Parijs. Van de aanwezigen werd verwacht dat men aan de hymne het koor bijviel met de kreet ‘Vive l’Empereur!’. Theatrale dramatiek ontbreekt evenmin op de cd, zoals in de imposante Le Chant des Titans en in de Ouverture et Introduction voor de Franse versie van Mosè in Egitto. Aanstekelijk zijn de alternatieve balletnummers die Rossini achter de hand hield voor producties van Guillaume Tell. En dan de Grande Fanfare voor jachthoorns en orkest, die Rossini als gelegenheidswerk voor Baron Schickler in Rambouillet, bij wie de componist in 1828 een vakantieperiode had doorgebracht. Uitvoerenden zijn het Orchestra Sinfonica e Coro di Milano Giuseppe Verdi onder leiding van Riccardo Chailly. (HJ)