Op 28 juli 1840 werd in Parijs de julirevolutie van 10 jaar daarvoor herdacht. Voor de inwijding van de Colonne Bastille schreef Hector Berlioz zijn Symphonie Funèbre et Triomphale. De prachtige Marche Funèbre werd zo'n zes maal gespeeld tijdens de processie, waarbij de as van de gevallenen naar de Place de la Bastille werd gebracht. De Oraison Funèbre en Apothéose voor slotkoor diende als muzikale ondersteuning van de bijzetting. Van deze apotheose kwam echter niets terecht, omdat de akoestiek van de buitenlucht niet meewerkte en omdat andere bands er dwars doorheen speelden. Gelukkig had Berlioz een aantal vrienden en critici uitgenodigd om de generale repetitie van dit evenement bij te wonen. Deze uitvoering was zo'n succes dat de minister van binnenlandse zaken Berlioz beloonde met 10.000 francs in plaats van de beloofde 7.360. De Musique des Gardiens de la Paix de la Préfecture de Police heeft deze Symphonie opgenomen in de oorspronkelijke versie voor blazers. Om de balans met de cornetten en hoorns te bewaren koos men voor trombones uit het begin van de 20ste eeuw. (HJ)