In de catalogus van het Duitse label MDG neemt orgelmuziek al een ruime plaats in, met onder meer complete opnamen van de orgelmuziek van Reger, Widor, Vierne, Guilmant, terwijl vergelijkbare reeksen voor die van Dupré en Rheinberger onderweg zijn. Daar komt nu dan nog eens een serie bij met de complete orgelwerken van Max Baumann (1917-1999). Baumann studeerde in Berlijn bij Blacher en Distler, en werd in 1946 aldaar als docent aangesteld. Het merendeel van Baumanns werkzame leven zou zich verder in Berlijn afspelen. Baumann profileerde zich als componist op velerlei terrein, zonder overigens buiten Duitsland een grote reputatie te verwerven. Pas rond 1960 begon hij zich met orgelmuziek bezig te houden en dat heeft geresulteerd in een tamelijk groot oeuvre. Voor het merendeel gaat het om muziek van bescheiden omvang, geschikt voor de protestantse liturgische praktijk. Dat geldt onder meer voor de verschillende koraalbewerkingen die hier zijn opgenomen, zoals een koraalvoorspel met intonatie over Ach wie nichtig, opus 86, nr.1. Ook de vrije orgelwerken die hier klinken zijn van overwegend bescheiden afmetingen, zoals het vierdelige Fasciculus pro organo op.82, de Passacaglia op.100 (die drienhalve minuut duurt) en de Drei Stücke op.76, nr.6. Ook deze stukken zijn duidelijk ingericht voor praktische bruikbaarheid als omlijstend orgelspel in de liturgie. Als zodanig is deze muziek zeer typerend voor de toen vigerende Duitse opvattingen over passend liturgisch orgelspel: de vormentaal is geënt op barokke voorbeelden en de stijl is een soort mengeling van Reger, Distler en Hindemith. Daarmee zijn ook direkt de beperkingen van deze muziek aangeduid: het is allemaal een nogal grauw gemiddelde, zonder ooit een hogere vlucht te nemen, terwijl het gezegde ‘klein maar fijn’ hier evenmin van toepassing is. Rosalinde Haas speelt Baumanns werken prima op het Rieger-orgel in Vierzehnheiligen, maar een cd vol met deze liturgische degelijkheid is geen genoegen en doet onvermijdelijk de vraag rijzen of Baumanns orgelmuziek wel een complete opname waard is. (JvG)