Het ontstaan van Tsjaikovsky's Vierde Symfonie hing samen met de twee vrouwen van zijn leven. De eerste vrouw was de voormalige studente Antonia Miljoekova, die in het voorjaar van 1877 verklaarde hopeloos verliefd op de componist te zijn. De homoseksuele Tsjaikovsky, die kennelijk wel iets zag in een verstandshuwelijk, was vrij snel met haar gehuwd, om daarna even snel weer bij haar vandaan te vluchten. De tweede vrouw was de rijke weduwe Von Meck. In tegenstelling tot de arme Miljoekova (in de Tsjaikovsky-literatuur werd zeer onheus over haar geoordeeld) wist Von Meck wel aan Tsjaikovsky's behoeften tegemoet te komen: ze verleende de componist een stipendium terwijl het contact tussen beiden beperkt bleef tot een beroemd geworden briefwisseling. De onderhavige uitvoering van de Wiener Philharmoniker met Gergiev werd in 2002 live opgenomen in de Musikverein. (HJ)