Ooit zei Cesaria Evora in een interview dat ze had gewild dat haar succes eerder was gekomen. Ze was tenslotte al bijna vijftig jaar toen ze buiten Kaapverdië bekendheid kreeg. Maar het is maar de vraag of haar platen in jongere jaren evenveel succesvol zouden zijn geweest, want die worden vooral gedragen door Evora's doorleefde stem, waarmee ze de morna's - een soort Kaapverdische blues - tot leven brengt. Rogamar ('bidden tot de zee') is haar tiende studioalbum sinds Evora in 1988 haar internationale carrière begon. Daarnaast zijn er een groot aantal live- en compilatiealbums uitgekomen, want de Kaapverdische zangeres blijft ongekend populair. In 2003 werd dit ook door de muziekindustrie onderkend toen ze een Grammy Award won voor haar album Voz d'Amor. Het meest opvallende aan deze cd is het duet (Africa Nossa) wat ze met de Senegalese Ismaël Lô zingt. En de strijkersarrangementen die de cd een gelikt kleurtje geven. Maar Cesaria Evora blijft vooral doen waar ze goed in is en wat ze altijd al heeft gedaan. Dat zal voor de meeste mensen voldoende zijn. (MH)