De Malinees Mamadou Diabate was voorbestemd om kora-speler te worden. Zijn vader Djelimory "N'fa" Diabate was een beroemde kora-speler in het Ensemble Instrumental du Mali en was vaak te horen op de Nationale Radio. Bovendien behoren zoon en vader tot de jeli of griots, een kaste van musici en verhalenvertellers. Al op vierjarige leeftijd begon Mamadou de 21-snarige harp te bespelen. Langzaamaan begeleidde hij ceremonies als trouwerijen en doopdiensten. Toen Mamadou op vijftienjarige leeftijd de eerste prijs won bij een regionale competitie werd hij plotsklaps een plaatselijke beroemdheid. Een jaar later vertrok hij naar Bamako, waar hij van zijn beroemde neef Toumani Diabate les kreeg en optrad in het jeli-circuit. In 1996 kreeg Mamadou van het Ensemble Instrumental du Mali de kans mee te gaan op tournee door de Verenigde Staten. Hij bleef vervolgens in New York en is een veelgevraagde musicus in de wereldmuziek-, jazz- en blueswereld. Mamadou speelde bijvoorbeeld met de Zimbabwaanse legende Thomas Mapfumo, de uit Benin afkomstige Angélique Kidjo, de bluesmasters Eric Bibb en Guy Davis en de Ierse Susan McKeown. Op Mamadou's debuutalbum Tunga klonk ensemblespel, maar op Behmanka is de kora puur te beluisteren. Mamadou vermengt op meesterlijke wijze diverse tradities en speeltechnieken tot een vernieuwende en sprankelend frisse stijl. (SvdP)