Reinhold Glière (1875-1956) was in zekere zin de hoeder van de Russische muzikale traditie, zoals die zich aan het einde van de negentiende eeuw had gevormd. Hij was afkomstig uit een muzikaal gezin en studeerde aan het conservatorium van Kiev, om zijn opleiding af te ronden met een in 1900 cum laude behaald diploma compositie van het conservatorium van Moskou. Zijn leraren daar waren onder meer Tanayev en Arensky, zelf leerlingen van Tsjaikofski. Tot aan 1941 was hij werkzaam als docent compositie aan bovengenoemde conservatoria en gaf hij onder meer les aan Katsjaturian, Myaskofski en Prokofjev. Glière bleef tot het eind van zijn leven actief als componist en schijnt weinig problemen gehad te hebben met de artistieke grillen van het Sovjetbewind. De reden hiervoor was wellicht dat hij omstreeks 1900 al zijn eigen, laatromantische stijl had gevonden en die tot het eind van zijn leven trouw zou blijven. Aangezien de polemieken voornamelijk werden gevoerd rond de moderne Sovjet-componisten, bleef Glière grotendeels buiten schot. Die behoudende stijl heeft er wellicht ook aan bijgedragen dat Glières muziek minder bekend is geworden. Het oeuvre van Glière is van wisselend gehalte. Zijn Concert voor stem en orkest (1943) kan zonder reserve aanspraak maken op de titel 'meest smakeloze soloconcert aller tijden', en ook in andere werken verliest Glière de grenzen van de goede smaak wel eens uit het oog. Dat is echter allerminst het geval bij de hier opgenomen werken: het Strijksextet nr.3, op.11 (1905) en het Strijkoktet op.5 (1900). Met hun vierdelige opzet en speelduur van een klein half uur volgen beide stukken weliswaar geen nieuwe paden, maar Glière biedt in de invulling van de traditionele opzet genoeg boeiends. Het idioom is duidelijk georiënteerd op Tsjaikofski, en doet soms aan Glazunov, dan weer aan Rachmaninov denken. Steeds klinkt een aangenaam Slavische zwier die, hoewel enigszins stereotiep, geen moment verveelt. De aangename indruk van deze cd komt mede op het conto van het prima spel van het Philharmonic String Octet Berlin. (JvG)