Eugen Jochum werd terecht bekend vanwege zijn talloze Bruckner-opnamen (complete cycli werden uitgegeven door DGG en EMI). Maar ook zijn opnames van Bachs Weihnachtsoratorium en Passies (Phillips) en de Londense Symfonieën van Haydn (DGG) zijn de moeite waard. Hij stond niet bekend als een promotor van hedendaagse muziek. Niettemin bleef hij tijdens het nazi-regime 'entartete' componisten als Bartók, Hindemith en Stravinsky dirigeren. Jochum was ook actief als operadirigent: van 1934 tot 1949 leidde hij de opera in Hamburg. In 1953 maakte hij zijn debuut in Bayreuth. Op deze cd horen we een aantal (instrumentale) 'highlights' uit Lohengrin en Parsifal, benevens De Storm op.109 nr.1, de Oceanides op.73 en Nachtelijke Rit en Zonsopgang van Sibelius. Het gaat hier om bevlogen en bijna filmische vertolkingen waaraan men veel plezier kan beleven, zolang men tenminste genoegen neemt met het mono-geluid van de jaren '50. (HJ)