De Amerikaanse blueszanger en -gitarist J.J. Cale is superrelaxed. Zijn muziek geldt sinds jaar en dag als de ideale muziek bij een joint of een goed glas wijn. Zijn fluisterende zanglijnen bewegen zich steevast binnen een bereik van enkele tonen. Hetzelfde gaat op voor zijn economische gitaarspel, niet meer dan enkele goed geplaatste licks over het schuifelende ritme van alweer een rustig bluesje. Zelfs de zeldzame snellere nummers behouden een ingetogen karakter. Toch kun je de muziek van J.J. Cale uit duizenden herkennen en was zijn laidback stijl een belangrijke inspiratie voor beroemde vakbroeders als Mark Knopfler en Eric Clapton, die van zijn liedjes After Midnight en Cocaine grote hits maakte. Hoe makkelijk het allemaal ook klinkt, J.J. Cale is een ware perfectionist die precies weet hoe zijn muziek moet klinken. Een studiofreak ook, met een oor voor de kleinste details. Ook zijn dertiende album To Tulsa And Back - acht jaar na de voorganger Guitar Man (1996) - heeft een verslavende kwaliteit. De achteloze liedjes gaan als vanouds het ene oor in en het andere uit maar als gitarist met gevoel voor atmosfeer kent J.J. Cale zijn gelijke niet. (MS)