Op deze cd opent het Petersen Quartet met een van de bekendste kwartetten van de twintigste eeuw, het Strijkkwartet nr.8, op.110 van Dmitri Shostakovich (1906-1975), dat werd geschreven in 1960. Zijn faam dankt het stuk enerzijds aan zijn opdracht – het is opgedragen aan de slachtoffers van fascisme en oorlog – en aan zijn autobiografische connotaties. Shostakovich citeert hier uitgebreid uit eigen eerdere werken, en lijkt daarmee aan te duiden, dat hij zichzelf tot die slachtoffers rekent. Gezien de vele opnames van dit kwartet is deze cd vooral interessant door de gekozen aanvulling, het Strijkkwartet nr.3 van Lera Auerbach (1973). Deze jonge componiste wordt door velen gezien als een van de meest getalenteerde van haar generatie. Zij heeft zich al een zekere faam verworven door haar onverschilligheid jegens de avant-gardetraditie van de twintigste eeuw. Als iets fraai klinkt, meent zij, waarom zou ik het dan niet opschrijven, omdat het zogenaamd conservatief zou zijn. Toch doet men haar te kort door haar simpelweg in te delen bij de groeiende groep componisten die het muzikale erfgoed van de avant-garde als een dwaalweg hebben afgedaan. Dit kwartet is een tamelijk gecompliceerd achtdelig stuk, dat zij als sonnet aanduidt, en dat voorzien is van motto’s. Tevens komen nog citaten voor, onder meer uit Schuberts Der Tod und das Mädchen. Met haar ‘ toelichting’ maakt Auerbach de zaken er niet duidelijker op, maar blijft zij trouw aan haar geloof, dat deze muziek zelfstandig tot de actief ingestelde luisteraar kan spreken. Een grote schare van laatstgenoemden is haar van harte gegund. (JvG)