De op deze cd opgenomen drie kamermuziekwerken ademen van de eerste tot de laatste maat de sfeer van Tchaikovsky, Rimsky-Korsakov en Rachmaninov. Dat is in zoverre opmerkelijk omdat ze werden geschreven door een componist die zich aanvankelijk vooral als Wagnerenthousiast had gemanifesteerd. Georgy Catoire (1861-1926) ontving zijn eerste lessen van de pianist Karl Klindworth, een devote Wagneriaan die van 1868 tot 1881 in Moskou, Catoires geboortestad, als pianodocent werkte. Gestimuleerd door Klindworth begaf Catoire zich naar Duitsland, maar de lessen die hij daar kreeg bevielen hem niet. Na enige omzwervingen kreeg hij, mede dankzij een aanbeveling van Tchaikovsky, een gedegen opleiding in St.Petersburg van Liadov, de assistent van Rimsky-Korsakov. Uiteindelijk bracht Catoire het tot compositiedocent aan het conservatorium van Moskou. Blijkens de hier opgenomen werken, was hij bij uitstek degene om zijn studenten in te wijden in niet alleen de principes der compositie, maar ook in de eigenschappen van de laatnegentiende-eeuwse Russische stijl. Catoires elegante en warmbloedige kamermuziek onderscheidt zich eigenlijk maar op één punt van de Russische traditie: kamermuziek speelde daarin geen enkele rol, terwijl Catoire juist op dat punt een specialist was. (JvG)