Jacob Praetorius stamde uit een eerbiedwaardig Hamburgs organistengeslacht. Hij was de tweede zoon van Hieronymus Praetorius. Jacob Praetorius was één van de vele organisten die in Amsterdam bij Sweelinck studeerde. Na zijn terugkeer in 1603 werd hij organist van de St. Petri in zijn geboortestad. Hij was een ideale orgeldocent vanwege zowel zijn kennis als vanwege zijn virtuoze beheersing van het orgelspel. Matthias Weckmann behoorde tot zijn leerlingen, benevens Berendt Petri, die een collectie met orgelmuziek van Praetorius en diens vader heeft samengesteld. In het begin van de 18e eeuw wist een zekere Johann Kortkampf te melden dat Jacob Praetorius' spel waardig en devoot was en geliefd bij zowel kenners als gewone kerkbezoekers. De Magnificat-versetten (waarvan er hier twee zijn geprogrammeerd) werden pas in 1964 ontdekt in een kasteel in Denemarken. Het gaat hier deels om arrangementen naar de Magnificat-bewerkingen van Praetorius' vader uit de voornoemde tabulatuur van Petri. Léon Berben speelt deze werken op het Schrerer-orgel van Tangermünde. (HJ)