Tchaikovsky's Eerste Pianoconcert is een uitzonderlijk werk. De muziek opent met kopersignalen, waarna de strijkers een onvergetelijke melodie spelen, met begeleiding van forse pianoakkoorden. Met een imposante cadens plaatst de pianist zichzelf in de schijnwerpers, waarna de melodie nogmaals in al zijn glorie klinkt. Toch is deze melodie, die iedereen kent, niet meer dan een introductie, want deze muziek keert verderop in het concert niet meer terug. Wellicht was dit één van de redenen waarom Nicolay Rubinstein het concert afkraakte nadat Tchakovsky hem het werk ter goedkeuring had voorgelegd. Gelukkig heeft Tchaikovsky zich niets van de kritiek aangetrokken, want al vrij snel verwierf het concert de populariteit die het tot op de dag van vandaag behouden heeft. Niet minder ongezouten was de kritiek die de gevreesde Weense criticus Hanslick had op Tchaikovsky's Vioolconcert: volgens hem kon je de muziek horen stinken! Volgens Tchaikovsky's broer Modest was Tchaikovsky zo geschokt, dat hij de recensie voor de rest van zijn leven uit zijn hoofd kon citeren. (HJ)