Voor zijn werk aan het hof van Potsdam moest Carl Philipp Emanuel Bach (1714-1788) niet alleen Frederik de Grote van adequate fluitmuziek voorzien, maar ook muzikale diensten leveren aan andere leden van het hof. Daartoe behoorde onder andere het schrijven van enkele sonates voor orgel. Over die Sonates, waaruit hier de Sonate in a kl.t. klinkt, schreef hij dat ze waren geschreven voor een prinses die niet al te moeilijke dingen spelen kon en de kunst van het pedaalspel niet machtig was. Deze prinses, waarschijnlijk Amalia van Pruisen, had kort daarvoor een orgel laten bouwen in haar paleis en wilde daarvoor passend repertoire hebben. De muziek is typisch voor de ‘empfindsame’ stijl van Bach: een bonte opeenvolging van grote contrasten en muzikale gestes, die om overtuigend over te komen veel van de uitvoerder eisen – al te gemakkelijk had hij het de prinses dus niet gemaakt. Ter aanvulling klinken hier twee concerten voor klavier en orkest (Wq. 34 en 35), die hier op orgel worden uitgevoerd, een mogelijkheid waarmee, zoals een notitie op het manuscript aangeeft, al direct was gerekend. In een dergelijke intieme bezetting, met strijkorkest en bescheiden orgel biedt de anders zo problematische combinatie orgel en orkest opeens een uiterst fraai en kleurrijk samengaan. Dat maakt het beluisteren van deze cd tot een aangename aangelegenheid. (JvG)