David Murray's verhuizing naar Parijs luidde tevens een nieuw tijdperk voor hem in. Hij vond dit de beste plaats om een gezin te stichten en zich in nieuwe roots te verdiepen. In de wijk Ménilmontant kwam hij veelvuldig in contact met het Afrikaanse continent. Hij leerde de percussionist Kiod Kiavue uit Guadeloupe kennen die hem introduceerde in de muzikale geheimen van zijn eiland, waarbij Murray vooral werd geïntrigeerd door de gwo-ka drums, die dateren uit de tijd van de slavernij. Met drie drummers, een bassist, twee gitaristen en - naast Murray en Pharoah Sanders - maar liefst zes blazers gooit Murray er een grote Afrikaans feest uit waarbij het onmogelijk is om stil te zitten. De spetterende solo's van Murray en Sanders wisselen elkaar af op pakkende, dansbare grooves, waarbij ze het de luisteraar niet al te moeilijk maken met vrije improvisaties. (AD)