Sommige componisten hebben lang nodig om zich te ontwikkelen: Bruckner en Franck zijn daarvan bekende voorbeelden. Anderen wisten sneller hoe ze zich hun muziek voorstelden. Antonín Dvorák (1841-1904) behoorde onmiskenbaar tot de laatste categorie, maar ook hij was niet meteen honderd procent trefzeker, getuige deze cd met zijn eerste strijkkwartetten. Het Strijkkwartet nr.1 op.2 dateert van 1862. Het heeft de gebruikelijke vier delen, waaronder vooral het uit de kluiten gewassen eerste deel opvalt, dat in het origineel nog langer is, want het kwartet wordt hier gespeeld met verschillende coupures. Wel munt het geheel uit door de melodische charme die het handelsmerk van Dvoráks stijl zou worden. Kennelijk was deze echter niet volledig tevreden, want de première van dit stuk vond pas in 1888 plaats in gereviseerde vorm en op uitgave moest het wachten tot 1948. Het Strijkkwartet nr.2 op.12 werd in 1873 voltooid en is vooral wat bondiger dan Dvoráks eersteling. Onmiskenbaar duidelijk is dat Dvorak in zijn zoektocht naar perfectie in zijn componeren al heel snel het goede pad wist te vinden. (JvG)