Volgens de legende stond de wieg van de kora in Guinée-Bissau. De harp met een kalebas als klankkast kreeg 21 snaren: "7 voor het verleden, 7 voor het nu, 7 voor de toekomst". De Malinese kora-speler Ballaké Sissoko behoort tot de griots, een kaste van musici. Zijn vader was de beroemde kora-speler Djelimady Sissoko, die samen met kora-speler Sidiki Diabaté in 1971 het album Cordes Anciennes maakte, een klassieker op het gebied van mandingue-muziek. Als eerbetoon aan hun vaders maakten hun beide zonen Ballaké Sissoko en Toumani Diabaté in 1999 het album Nouvelles Cordes Anciennes. Gek genoeg is Sissoko autodidact. Zijn vader had meer dan dertig kinderen en daarom wilde hij dat zijn oudste zoon een goede baan als advocaat of functionaris zou krijgen. Ballaké speelde dus stiekem in afwezigheid van zijn vader. Toen Djelimady in 1981 overleed, volgde zijn dertienjarige zoon hem op in het prestigieuze Ensemble Instrumental du Mali. Het Ballaké Sissoko Trio bestaat uit Sissoko (kora), Mahamadou Kamissoko (ngoni) en Fassély Diabaté (balafon), de zoon van de beroemde balafonspeler Kélétigui Diabaté. Op het album Tomora spelen indrukwekkende gastartiesten mee zoals zangeres Rokia Traoré en zijn dierbare neef en vriend, kora-speler Toumani Diabaté. Was Sissoko's vorige album Djeli gewijd aan de mandingue-muziek, Tomora is een ontdekkingsreis naar muziekstijlen van verschillende etnische groepen in Mali en omstreken. Sissoko bespeelt zijn instrument op virtuoze, swingende en gepassioneerde wijze. De muziek is melodieus en bevat een hypnotiserende ritmische puls. Een fascinerend album met elegante en verfrissende muziek. (SvdP)